Veiligheidsbeleid
Het doel van sociale veiligheid is om een zo veilig mogelijke ontwikkel-, leer- en werkomgeving te creëren voor kinderen, professionals en ouders/verzorgers. Een leef- en leerklimaat waarin onze medewerkers en onze kinderen zich veilig voelen en zich positief verbonden voelen met de school. We proberen hierdoor alle vormen van agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten in of binnen de directe omgeving van de school te voorkomen en daar waar zich incidenten voordoen adequate maatregelen te treffen om verdere escalatie te voorkomen.
De onderwijsinspectie ziet toe op dit te voeren beleid, omdat sociale veiligheid, naast onze wens, ook een wettelijke zorgplicht is.
M.b.t. sociale veiligheid zijn de volgende rollen ingesteld (in het beleidsplan kunt u lezen wat de verantwoordelijkheden van elke rol zijn):
- intern begeleider (aandachtsfunctionaris).
- vertrouwenspersoon.
- directeur.
- leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel.
Naast de 3 gedragsregels uit het Veiligheidsplan…
- iedereen is anders en we horen er allemaal bij;
- we helpen elkaar;
- we zorgen goed voor elkaar, onszelf en onze omgeving;
Soms heeft een kind meer zorg nodig dan de school in samenwerking met u als ouder kunt bieden. Dan wordt contact opgenomen met externe professionals, zoals de medewerkers van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), Jeugd- en gezinsteam of 'Veilig Thuis'. In overleg met u wordt besloten welke (extra) ondersteuning uw kind kan gebruiken en hoe dit geregeld wordt. Op de websites van de scholen vindt u de gegevens van het jeugd- en gezinsteam en de jeugdverpleegkundige van de school.
Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
De wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling stelt het gebruik van een meldcode verplicht voor alle professionals die met jeugdigen en opvoeders werken. Om beroepskrachten te helpen bij het bepalen of er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, zijn er per sector afwegingskaders opgesteld. Het is wettelijk verplicht om het afwegingskader te hanteren.
Aan de hand van 5 stappen bepalen onze onderwijsprofessionals of ze een melding moeten doen bij Veilig Thuis en of er voldoende hulp kan worden ingezet.
Per 1 januari 2019 is een melding doen bij Veilig Thuis bij vermoedens van acute en structurele onveiligheid de professionele norm. Hierdoor komen signalen en vermoedens van ernstig huiselijk geweld of kindermishandeling eerder en vaker in beeld bij Veilig Thuis. Ook wanneer de professional zelf hulp kan bieden of organiseren. Een melding doen betekent immers niet dat de onderwijsprofessional de hulpverlening overdraagt, maar dat hij samen met Veilig Thuis werkt aan veiligheid voor het slachtoffer.
Daarnaast is melden bij Veilig Thuis nodig, omdat Veilig Thuis informatie uit verschillende meldingen kan combineren om de veiligheidssituatie beter in te schatten en omdat Veilig Thuis beroepskrachten dan waar nodig kan ondersteunen bij het zorgen voor langdurige veiligheid voor het slachtoffer.